Op vrijdag 28 februari bood de 12 Provinciën Lezingen (12PL), georganiseerd door het Rijksmuseum van Oudheden en 1Arch/Hazenberg Archeologie, een podium voor de archeologie van Flevoland. De geschiedenis van deze provincie zorgde voor een bomvolle Leemanszaal in het toch al drukke museum in Leiden. De kern van de presentaties bestond uit optredens van Daan Raemaekers (Swifterbant), Jan van Doesburg (burchten van Kuinre) en Alice Overmeer (Het grootste scheepskerkhof ter wereld).
Na een introductie van Tom Hazenberg over de organisatie van de archeologie in de provincie Flevoland toonde RMO-conservator Annemarieke Willemsen de hele “collectie Flevoland” die het RMO beheert: welgeteld één vuurstenen bijl. Collega-conservator Luc Amkreutz liet de bijl aan de bezoekers zien.
Vervolgens sprak Daan Raemaekers over The New Swifterbant Project. Hij gaf een overzicht van de bekende onderzoeken naar de Swifterbantcultuur vanaf de jaren 50 tot in de jaren 70. Na zijn aanstelling als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen startte Raemaekers met een aantal andere partijen – zowel professionele als amateurarcheologen – dit nieuwe project. In deze 12PL legde hij uit hoe het recente onderzoek tot nieuwe inzichten heeft geleid. Het oude idee van neolithische bewoning op de rand van de kust in zoutwateromstandigheden, met de mogelijkheden van dien, is door hoogwaardig diatomeeën-onderzoek afgeschreven. De recente inzichten leveren een uitgebreid leefgebied in zoetwatergebied met de mogelijkheden die daarbij horen, zoals het bedrijven van akkerbouw en veeteelt. Deze omslag in archeologische theorievorming werd helder aan de aandachtig luisterende 12PL-bezoekers uitgelegd.
Parallel aan de archeologie van Flevoland sprong de volgende lezing vele millennia over, om in de 13de eeuw de geschiedenis van de heren van Kuinre op te pakken. Deze geschiedenis werd verteld door Jan van Doesburg, specialist middeleeuwen en nieuwe tijd van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De aanleiding was de opgraving van twee burchten van Kuinre, ooit gelegen op de kust van de Zuiderzee in het betwiste grensgebied van de graven van Holland enerzijds, met een machtsbasis in Friesland, en de Bisschop van Utrecht, die ook opereerde vanuit het Oversticht. De heren van Kuinre bleken politieke veelvraten die steeds wisselden van loyaliteit om zo voor zichzelf de grootste winst te behalen. Soms overspeelden ze echter hun hand, en dan moesten ze dit bekopen met een volledige verwoesting van hun burcht. De opgraving in 1999 van de burchten van Kuinre zorgde voor een herinterpretatie van de oude opgravingen uit de jaren 40 en 50, waar voormalig hoogleraar Modderman destijds zijn carrière mee begon en die deel uitmaakte van zijn proefschrift. Van Doesburg ontdekte in de vorm van de Kuinre-burcht een nieuwe burchtvorm met een aantal watervoerende ringgrachten, die zeer geschikt blijkt voor versterkingen in een natte omgeving. En – zo toonde Van Doesburg aan – dit type komt in Nederland en België veelvuldig voor. Deze vorm is nog niet als apart type gedefinieerd. Deze “ringgracht-burcht” vraagt om een nieuwe naam. De spreker nodigde het publiek van harte uit een naam aan te dragen.
De 12PL Flevoland kende een logische afsluiting met de presentatie van Alice Overmeer, zelfstandig onderzoeker maritieme archeologie/onderwaterarcheoloog. Zij gaf een overzicht van het scheepsarcheologische onderzoek vanaf de aanleg van de afsluitdijk en het begin van de inpoldering van de Zuiderzee. Dit heeft 423 scheepswrakken opgeleverd uit de 13de-19de eeuw, waarvan de meeste min of meer zijn onderzocht en opgetekend. Overmeers promotor André van Holk noemt de Zuiderzee dan ook een “verkeersplein” en Overmeer zelf spreekt over het “grootste scheepskerkhof van de wereld”. Een van de beroemdste wrakken is het 17de-eeuwse beurtschip aan de Ordiaandreef in Lelystad, dat grotendeels compleet is opgegraven en geborgen. Zeer leerzaam is de complete inventaris die zich in het schip bevond, waaronder een houten kist met stro en … eieren. Dit beurtschip en de inventaris kunnen door het publiek worden bezocht in het Nationaal Scheepsarcheologisch Depot in Lelystad. Ook andere scheepswrakken zijn geëxposeerd voor het publiek: een ventjager in het Nieuw Land Erfgoedcentrum en een schip van het type pinas op de Rijkswerf Willemsoord in Den Helder. In Flevoland zelf zijn de locaties van de scheepswrakken aangegeven met een vaandel in het landschap.
Na een volle en leerzame lezingenmiddag mengden bezoekers en sprekers zich enthousiast discussiërend bij de borrel in het gezellige museumcafé van het RMO.
De volgende edities van de 12PL vinden plaats op vrijdag 25 april (Utrecht) en 27 juni (Groningen). Over het programma van beide middagen zal via de gebruikelijke media worden gecommuniceerd (mailinglist, regionale media, www.rmo.nl, www.hazenbergarcheologie.nl).